Uitspraak in het Plat: /anɡəlliːˑn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: An·gel·lien
Pluralis: An­gel­lie­nen f de An­gel­lien
[1]
perifere woordenschat
Voorbeelden:
De Angellien hett sik vertüdelt.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: angeln + Lien