[1]
basiswoordenschat
Voorbeelden:
[2]
basiswoordenschat
Voorbeelden:
[3]
basiswoordenschat
Voorbeelden:
[4]
basiswoordenschat
Voorbeelden:
[5]
basiswoordenschat
Nedersaksisch:
Artikel Nominativ Plural
Voorbeelden:
[6]
basiswoordenschat
Nedersaksisch:
Artikel Dativ neetraal Plural
Voorbeelden:
Identieke woorden ››› de ❔︎ de ❔︎ de ❔︎ de ❔︎