Uitspraak in het Plat: /bɛtva͡ɐmɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bett·war·mer
Pluralis: Bett­war­mers m de Bett­war­mer
[1]
perifere woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Bett + warmen + -er