Uitspraak in het Plat: /bʏltn̩ɡɾas/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bül·ten·gras
Pluralis: Bül­ten­grääs n dat Bül­ten­gras
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Bült + Gras