Uitspraak in het Plat: /dɛɪ̯çlɔːkn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Deeg·la·ken
Pluralis: Deeg­la­kens n dat Deeg­la­ken
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Deeg + Laken