Uitspraak in het Plat: /dampplɔu̯ç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Damp·ploog
Pluralis: Damp­plöög m de Damp­ploog
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Damp + Ploog