Uitspraak in het Plat: /hɪnɡstfɔːln̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hingst·fah·len
Pluralis: Hingst­fah­lens n dat Hingst­fah­len
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Fahlen
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hingst + Fahlen