Uitspraak in het Plat: /hɔnɪçlɪkɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hon·nig·li·cker
Pluralis: Hon­nig­li­ckers m de Hon­nig­li­cker
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Honnig + licken + -er