Uitspraak in het Plat: /viːnaxt͡sfɛst/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wieh·nachts·fest
Pluralis: Wieh­nachts­fes­ten n dat Wieh­nachts­fest
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Voorbeelden:
Ik wünsch di en schöön Wiehnachtsfest!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Wiehnacht + Fest