Aprilmaand in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /apɾɪlmɔːnt/

zelfstandig naamwoord

Afbreking: A·pril·maand

Niet gebruikt het pluralis m de Aprilmaand

[1]

perifere woordenschat

Nedersaksisch:

April

Nederlands:

april

Engels:

April

Duits:

April

⮩ Zie ook:

Januarmaand Februarmaand Märzmaand Aprilmaand Maimaand Junimaand Julimaand Augustmaand Septembermaand Oktobermaand Novembermaand Dezembermaand

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: April + Maand

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.