Uitspraak in het Plat: /nɔu̯vɛmbɐmɔːnt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: No·vem·ber·maand
Niet gebruikt het pluralis m de No­vem­ber­maand
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Martensdag liggt in’n Novembermaand.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: November + Maand