Uitspraak in het Plat: /ɡɪta͡ɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Gi·tarr
Pluralis: Gi­tar­ren f de Gi­tarr
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Kannst du Gitarr spelen?