Uitspraak in het Plat: /kɔ͡ɐkɛɪ̯k/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kork·eek
Pluralis: Kork­e­ken f de Kork­eek
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kork + Eek