wiesloos
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/ˈviːzˌlɔu̯s/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking:
wies·loos
geen trappen van vergelijking
[1]
kaart voordoen
perifere woordenschat
actief
imkerij
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „wiesloos”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, Band 4, Siet 631
Nedersaksisch:
ahn
Wies
Nederlands:
moerloos
Engels:
queenless
Duits:
ohne
Bienenkönigin
von
einem
Bienenvolk
weisellos
Etymologie:
Samensteld woord gevormd door:
Wies
+
-loos
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.
Nieuwe vertaling voorstellen
zoeken:
Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen