Uitspraak in het Plat: /aʊ̯dɪtəɾ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Au·di·ter
Pluralis: Au­di­ters m de Au­di­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: -er