Uitspraak in het Plat: /vɔːtɐtɔxt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wa·ter·tocht
Pluralis: Wa­ter­toch­ten f de Wa­ter­toch­t
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:

Etymologie:

Woord afgeleid van: Water