zelfstandig naamwoord
Afbreking: Katt·fisch
Pluralis: Katt­fi­sch m de Katt­fi­sch
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Katt + Fisch