Uitspraak in het Plat: /katn̩spɾʊnk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kat·ten·sprung
Pluralis: Kat­ten­sprüng m de Kat­ten­sprung
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
wip
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Mööt wi wiet? — Nee! Dat is man en Kattensprung!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Katt + Sprung