Uitspraak in het Plat: /stɔu̯lha͡ɐk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Stohl·hark
Pluralis: Stohl­har­ken f de Stohl­hark
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Stohl + Hark