Uitspraak in het Plat: /ɾakklɔu̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Rack·kloot
Pluralis: Rack­klööt m de Rack­kloot Oostfaals
Pluralis: Rack­klo­ten m de Rack­kloot
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Rack + Kloot