Uitspraak in het Plat: /kuːɡəl/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ku·gel
Pluralis: Ku­geln f de Ku­gel
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
bol
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Projektil von en Gewehr
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden: