Uitspraak in het Plat: /ɾʊmɡɾɔɡ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Rum·grog
Pluralis: Rum­grogs m de Rum­grog
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Rum + Grog