Uitspraak in het Plat: /kɔːpɛlmɛɪ̯stɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ka·pell·mees·ter
Pluralis: Ka­pell­mees­ters m de Ka­pell­mees­ter
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kapell + Meester