Uitspraak in het Plat: /pɾɔu̯dʊkt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Pro·dukt
Pluralis: Pro­duk­ten n dat Pro­dukt
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Dit Produkt verkofft sik goot!

Etymologie:

Woord afgeleid van: pro-