zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ver·band
Pluralis: Ver­ban­nen m de Ver­band
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Vereenigung
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: ver- + Band