Uitspraak in het Plat: /nɔːvɐsdɔxtɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Na·vers·doch·ter
Pluralis: Na­vers­döch­ter f de Na­vers­doch­ter Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Na­vers­doch­ters f de Na­vers­doch­ter
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Naver + Dochter