Uitspraak in het Plat: /duːm̩aɪ̯/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Du·ven·ei
Pluralis: Du­ven­ei­er n dat Du­ven­ei
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Kreihen freet ok geern Duveneier.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Duuv + Ei