Uitspraak in het Plat: /vɛɪ̯ɾdɛɪ̯nst/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wehr·deenst
Pluralis: Wehr­deens­ten m de Wehr­deenst Mecklenburgisch
Pluralis: Wehr­deenst m de Wehr­deenst Westfaals
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
nich bloots aver faken de Plichtdeenst
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: wehren + Deenst