Uitspraak in het Plat: /a͡ɐmzɛɪ̯lɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: arm·se·lig
armseliger armseligst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: arm + Seel + -ig