Uitspraak in het Plat: /asɪstɛnt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: As·sis·tent
Pluralis: As­sis­ten­ten m de As­sis­tent
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: -nt