Uitspraak in het Plat: /ʊnfɾʊxtbɔː͡ɐ/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: un·frucht·bor
unfruchtborer unfruchtboorst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Sandgrund is teemlich unfruchtbor.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: un- + fruchtbor