Uitspraak in het Plat: /vɪtt͡sɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: wit·zig
witziger witzigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Witz + -ig