Uitspraak in het Plat: /dɪçtəɾɛɪ̯/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Dich·te·ree
Pluralis: Dich­te­re­en f de Dich­te­ree
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Dichter + -ee