zelfstandig naamwoord
Afbreking: Gi·ga·byte
Pluralis: Gi­ga­bytes n dat Gi­ga­byte
[1]
geavanceerde woordenschat
IT
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Film is dree Gigabyte groot.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: giga- + Byte