Uitspraak in het Plat: /bʊndsvɛɪ̯ɾ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bunds·wehr
Pluralis: Bunds­weh­ren f de Bunds­wehr
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Bund + wehren