Uitspraak in het Plat: /fɛː͡ɐkɾɔu̯ç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Fähr·kroog
Pluralis: Fähr­kröög m de Fähr­kroog
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Fähr + Kroog