Uitspraak in het Plat: /bɾɔːdn̩ʃœtəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bra·den·schöt·tel
Pluralis: Bra­den­schöt­teln f de Bra­den­schöt­tel
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Braden + Schöttel