Uitspraak in het Plat: /blaʊ̯ʃɪməl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Blau·schim·mel
Pluralis: Blau­schim­mels m de Blau­schim­mel
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: blau + Schimmel