Uitspraak in het Plat: /duːzəlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: du·se·lig
duseliger duseligst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Dusel + -ig
Identieke woorden ››› düselig ❔︎