kaart tonenNedersaksisch:
Duits:
Werkwoordvormen:
infinitief:
versluren
voltooid deelwoord:
versluurt
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik versluur
du versluurst
he/se/dat versluurt
wi versluurt
ji versluurt
se versluurt
verleden:
ik versluur
du versluurst
he/se/dat versluur
wi versluren
ji versluren
se versluren
voltooid:
ik heff versluurt
du hest versluurt
he/se/dat hett versluurt
wi hebbt versluurt
ji hebbt versluurt
se hebbt versluurt
conjunctief:
ik versluur
du versluurst
he/se/dat versluur
wi versluren
ji versluren
se versluren
imperatief:
versluur!
versluurt!
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.