Uitspraak in het Plat: /pɔ͡ɐtʃoːn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Por·tschoon
Pluralis: Por­tscho­nen f de Por­tschoon
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Willst du ok en Portschoon Müsli?

Etymologie:

Woord afgeleid van: -choon