Uitspraak in het Plat: /buː͡ɐmɛɪ̯stɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Buur·mees·ter
Pluralis: Buur­mees­ters m de Buur­mees­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:

Etymologie:

Woord afgeleid van: Meester