Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Piss
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/pɪs/
zelfstandig naamwoord
Niet gebruikt het pluralis
f
de Piss
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
geneeskunde
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Piss”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Waldeck:
Karl Bauer:
Waldeckisches Wörterbuch nebst Dialektproben.
1902, Wörterliste, pagina 80
PDF, 25,4 MB
Stader Geest:
Marcus Buck: getuigd door mondelinge bronnen op de Stader Geest
Zuidwest-Ostfalen:
Jahrbuch des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung
, jaargang 1908, pagina 82
PDF, 6,9 MB
Altmark:
Johann Friedrich Danneil:
Wörterbuch der altmärkisch-plattdeutschen Mundart.
Schmidt, Salzwedel 1859, pagina 156
PDF, 28,1 MB
Belzig-Teltow:
Willy Lademann:
Wörterbuch der Teltower Volkssprache.
Akademie-Verlag, Berlin 1956, pagina 41
Nedersaksisch:
Mieg
Nederlands:
urine
plas
pis
Engels:
piss
urine
Duits:
Pisse
Urin
Polarlys, CC BY 2.5
Etymologie:
Woord afgeleid van:
pissen
Samengesteld woorden:
Jumferpiss
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.