Uitspraak in het Plat: /mɪnʃn̩kɪnt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Min·schen·kind
Pluralis: Min­schen­kin­ner n dat Min­schen­kind
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Minsch + Kind