Uitspraak in het Plat: /fastn̩/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Fas·ten
Pluralis: Fas­tens m de Fas­ten
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
nok
Engels:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: Fast
Identieke woorden ››› fasten ❔︎