Uitspraak in het Plat: /bɔu̯çspɾɛɪ̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Boog·spreet
Pluralis: Boog­spre­ten m de Boog­spreet
[1]
perifere woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Boog + Spreet