Uitspraak in het Plat: /bɔu̯mɡɔː͡ɐn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Boom·goorn
Pluralis: Boom­goorns m de Boom­goorn
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Boom + Goorn