zelfstandig naamwoord
Afbreking: Palt·rock
Pluralis: Palt­röck m de Palt­rock
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
[2]
perifere woordenschat
figuratief
Nedersaksisch:
Nederlands:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Palt + Rock