Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Beitel
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/baɪ̯təl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Bei·tel
Pluralis:
Beitels
m
de Beitel
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Beitel”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Pott:
Heinrich Köppen:
Verzeichniss der Idiotismen in plattdeutscher Mundart.
Dortmund 1877, pagina 10
PDF, 1,5 MB
Pott:
Heinrich Beisenherz:
Vokalismus der Mundart des nordöstlichen Landkreises Dortmund.
Noske, Borna-Leipzig 1907, pagina 42
PDF, 2,3 MB
Eemsland:
Hermann Schönhoff:
Emsländische Grammatik.
Carl Winter, Heidelberg 1908, pagina 88
PDF, 7,4 MB
Bielefeld:
Olaf Bordasch:
Wörterverzeichnis zu Heinrich Stoltes Bauernhof und Mundart in Ravensberg.
pagina 43
PDF, 1,8 MB
Noord-Harz:
Otto Rohkamm:
Nordharzer Wörterbuch auf der Grundlage der Mundart von Harzburg und der oberen Oker.
Ostfalia, Peine 2003, ISBN 3-926560-47-9, pagina 44
Nedersaksisch:
Soort
Warktüüg
,
Holt
to
bearbeiden
Nederlands:
beitel
Engels:
chisel
Duits:
Beitel
Stemmeisen
Flominator, CC-BY-SA-3.0
Etymologie:
Woord afgeleid van:
-el
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.