Uitspraak in het Plat: /bɔu̯mɛnkn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bo·männ·ken
Pluralis: Bo­männ­kens n dat Bo­männ­ken
Pluralis: Bo­männ­kes n dat Bo­männ­ken
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: boen + Mann + -ken